Starterscursus voor Bijenteelt

Ben je gepassioneerd in de boeiende wereld van bijen?
Hou je van bloemen en planten?
Eet je graag je eigen honing?

Dan is imkeren echt iets voor jou. Maar je wordt geen goede imker door gewoon een volk aan te schaffen. Zo eenvoudig is het niet …

Onze lokale verenigingen organiseren regelmatig een Starterscursus voor bijenteelt. In deze cursus leer je alle aspecten van het houden van bijen, m.a.w. over de bij, ontwikkeling, bijengezondheid, imkerstechnieken enz… .

Vanaf 2024 is er een door de minister van Landbouw goedgekeurd basisprogramma, hetgeen wij vanzelfsprekend volgen.

Het programma bestaat uit 12 lesblokken van telkens 3 uur.

  • Week 1: Biologie van de honingbij
  • Week 2: Bijenrassen
  • Week 3: Ontwikkeling bijenvolk
  • Week 4: Bijengenetica (selectietechnieken voor beginners
  • Week 5: Bijengezondheid
  • Week 6: Nut van de honingbij
  • Week 7: Bijenproducten: oogst en primaire verwerking
  • Week 8: Bedrijfsmethoden (Duurzame)
  • Week 9: Imkermaterialen
  • Week 10: Imkertechnieken – Zwermen
  • Week 11: Bedrijfsmethoden
  • Week 12: Algemene herhaling + examen

Na het slagen ontvang je het door de overheid erkende getuigschrift : Starterscursus voor Bijenteelt.

Ben je geïnteresseerd in het volgen van deze starterscursus, neem dan contact op met vorming@vbi.vlaanderen of info@vbi.vlaanderen.
We brengen je dan op de hoogte waar en wanneer er een starterscursus georganiseerd wordt.

Basisprogramma starterscursus voor bijenteelt vanaf 2024

Te bereiken eindtermen Leerinhouden
De startende imker De Honingbij

Biologie van de honingbij

  1. Plaats van de honingbij in het dierenrijk
  2. Wilde bijen (solitaire bijen en hommels), honingbijen in het wild
  3. Samenstelling van een bijenvolk
  4. Bijenvolk als een organisch geheel
  5. Warmtehuishouding
  6. Bijenraat

Bijenrassen

  1. Algemene eigenschappen : raatvastheid, haaldrift, …
  2. Carnica, Buckfast, Zwarte Bij, …
  3. Straatrassen, lokale bij

Ontwikkeling bijenvolk

  1. Ontwikkeling van de honingbij
  2. Dar, werkster, Koningin
  3. Jaarcyclus
  4. Anatomie
  5. Morfologie
  6. Bijencommunicatie
  7. Oriëntatie

Bijengenetica (selectietechnieken voor beginners)

  1. Geslachtelijke voortplanting bijenvolk : gameten, bevrucht, onbevrucht
  2. Genetische belang van de koningin en van de darren
  3. Standbevruchting, transhumance, inkoop
  4. F1 tot en met F16
  5. Koninginneteelt, koninginnendop
  6. Bijzondere selectiekenmerken: virusresistentie, Varroa Sensitive Hygiene
Kent eventuele lokale aanpassingen van een bijenvolk.

Kent de verschillen tussen een zwak en een sterk volk.

Heeft notie van de meest voorkomende bijenziekten.

Herkent de verschillende meest voorkomende belagers van de honingbij.

Heeft notie van de stressfactoren van een volk.

Kent de nuttige organismen van een bijenvolk.

Kan de resistentieproblematiek plaatsen in de imkerij.

Kent het systeem i.v.m. dierenartsen en medicijnen.

Heeft kennis om de betrokken wetgevingen op te zoeken of zich te laten bijstaan in deze materie.

Kent de diensten aan de imkers en weet hoe ze te gebruiken.

Bijengezondheid

  • Lokale aanpassing
  • sterke volken, zwakke volken
  • Ziekten en plagen
  • Bacteriële infecties
  • Virale infecties
  • Schimmelinfecties
  • Predatoren: invasieve exoten
  • Overige
  • Stressfactoren (gebrek aan lokale adaptatie, straling, drachtstop of voedselgebrek, pesticiden)
  • Nuttige organismen
  • Chemische behandeling : Resistentieproblematiek
  • Systeem dierenartsen
  • Wetgeving: aangifteplichtige ziekten, …
  • Diensten aan de imkers: draaiboeken bij noodsituaties, bijenloket, verenigingen
Kent het nut van de honingbij voor de bestuiving van de gewassen.

Heeft notie van verschillende drachtplanten.

Kan onderscheid maken tussen drachtplanten voor nectar en voor stuifmeel.

Kan de informatie rond drachtplanten opzoeken.

Kent de vliegradius van een bij.

Kan nuttige planten in het landschap herkennen en inplanten.

Kan een drachtpauze in een landschap verklaren.

Nut van de honingbij

  • Belang voor het ecosysteem : bestuiving, dracht
  • Drachtkalender
  • Drachtplanten
  • Vliegradius
  • Landschapsbeheer
  • Bijenproducten : honing, propolis, was, koninginnebrij, gif
Kent de methodiek tot het oogsten en bewerken van honing.

Weet wat verzegelde ramen zijn.

Weet wat zegelwas is.

Weet hoe honing geslingerd of geperst wordt.

Weet hoe honing gezeefd wordt.

Weet hoe en waarom honing gerijpt wordt.

Kent de techniek van het afvullen.

Kent de wetgeving in verband met de etikettering van honing.

Kent de ideale bewaaromstandigheden van honing.

Kent de andere bijenproducten, weet hoe ze in het volk terecht komen en hoe ze geoogst worden.

Kent het gebruik van bijenproducten.

Kent de voorschriften van voedselveiligheid en registratie bij het FAVV.

Kent de fiscale verplichtingen bij de verkoop van bijenproducten.

Bijenproducten: oogst en primaire verwerking

  • Oogsten van honing
  • Verzegelde ramen
  • Zegelwas
  • Slingeren en persen
  • Zeven
  • Rijpen
  • Afvullen
  • Etiketteren
  • Bewaring
  • Bijenproducten
  • Wetgeving
Bedrijfsmethoden (Duurzame)

  • Natuurlijk imkeren
  • Ecologisch imkeren
Kan de ideale indeling en opstelling van een bijenhal opzoeken.

Heeft notie van de verschillende wetgevende machten die de standplaats van de bijenkast (bijenhal) bepalen.

Heeft notie van de verschillende bijenkasten op de markt en kan doelgericht een keuze maken die best past bij zijn situatie.

Kent de gangbaar kasttoebehoren en gebruikte imkermaterialen.

Heeft notie van de mogelijke gevolgen van de bijensteek bij de mens.
Kent de werkwijze om de angel te verwijderen.
Kan de EHBO regels bij de bijensteek toepassen.

Heeft kennis om de betrokken wetgevingen op te sporen of zich te laten bijstaan in deze materie.

Imkermaterialen

  • Standplaats
  • Bijenhal
  • Kasten, kastsystemen
    • Koudbouw
    • Warmbouw
  • Kasttoebehoren
  • Gereedschap
  • Wetgeving
    • Veiligheid
    • verzekering
Kent de systematiek binnen een volk dat leidt tot het natuurlijk zwermen.

Kent de technieken van zwermcontrole en zwermregulatie.

Kan een zwerm herkennen en weet hoe deze gerecupereerd wordt. Kent de verdere verzorging van een zwerm.

Weet hoe nieuwe volkjes d.m.v. afleggers, vliegers, vegers en dergelijke gemaakt worden.

Kent het gebruik van een zwermlokkast.

Imkertechnieken – Zwermen

  • Zwermen
  • Oorzaken
  • Verloop, zwermdop
  • Zwermcontrole
  • Zwermregulatie : nieuwe volken, afleggers, vlieger, veger
  • Zwermvangen, verzorging
  • Zwermlokkast
  • Wetgeving zwermen
Weet hoe klassiek geïmkerd wordt.

Kent de belangrijkste handelingen van een volk, het jaar door.

Weet hoe een volk te behandelen.

Kan een volk beoordelen, zowel buiten als binnen de kast.

Kan activiteiten op de vliegplank en de toestand van de varroaschuif interpreteren.

Kent het belang van het vetlichaam van de bij.

Kan een volk inwinteren.

Weet hoe een volk uitgewinterd wordt.

Bedrijfsmethoden

  • Klassiek imkeren
  • Relatie tussen imker en bii
  • Imkerhoudingen
  • Omgaan met bijen en bijenproducten
  • Het lezen van de bijen : waarnemingen in en uit de kast
  • Vliegplank, varroaschuif

Imkertechnieken – in- en uitwinteren

  • In- en uitwinteren
  • Zomerbijen, winterbijen, belang van het vetlichaam
  • Inwinteringstechnieken
  • Uitwinteringstechnieken
Algemene herhaling + examen
Menu