Aziatische hoornaar

Deze dienst is er gekomen als samenwerking tussen het VBI en een groep vrijwilligers die helpen om de nesten van deze invasieve soort op te sporen. Deze vrijwilligers noemen zichzelf dan ook Vespawatchers. Maar helaas zijn zij beperkt in mogelijkheden en aantal mensen, en kunnen ze ook niet op elke plaats op zoek gaan naar Aziatische hoornaars.

Daarom is uw hulp van belang.

Het doel van deze pagina is aan elk van u uit te leggen hoe de vrijwilligers op zoek proberen te gaan naar de nesten. Weet op voorhand dat het niet altijd een succesverhaal is, en vooral dat het soms een werk van lange adem is. Soms worden nesten in 1 dag gevonden, soms zijn er 3 weken van dagelijks zoeken nodig en soms wordt het nest helemaal niet gevonden of pas na de winter. Dan zijn de nieuwe koninginnen helaas al uitgevlogen om een overwinteringsplaats te zoeken.

Wat moet je doen met jagende Aziatische hoornaars aan je bijenstand?

Vespa-Watch

Het eerste wat je moet doen is een foto nemen en je waarneming melden op vespawatch.be.
Deze site is er gekomen om de verspreiding van de Aziatische hoornaar te monitoren.

Maar uiteraard is daarmee je probleem nog niet opgelost.

Wat kan je zelf doen, en vooral ook niet doen?

  • Niet doen :

Laten we starten met wat je niet moet doen: elke Aziatische hoornaar die je ziet jagen aan je bijenstand proberen te vangen en te doden.

Je probleem met dit ene individu is dan wel opgelost, maar als je weet dat een nest enkele duizenden hoornaars kan bevatten, dan zal je nog wel meer last ondervinden.

  • Wel doen :

Wat moet je dan wel doen? Een werkwijze die de vrijwilligers toepassen, is het bepalen van de vliegrichting (zie verder :  nieuwe opsporingstechnieken).

Uit ervaring is gebleken dat een Aziatische hoornaar die een bij heeft gevangen en ontleedt, bijna altijd rechtstreeks terugvliegt naar hun nest. Met die info kan je het zoekgebied al heel wat kleiner maken. Een hoornaar vliegt tot 2 km ver van zijn nest. Maar in de meeste gevallen is de afstand tussen het nest en de bijenstand slechts enkele honderden meters. Een vliegrichting helpt iedereen dus goed vooruit.

Belangrijk is om de hoornaar niet te storen op het moment dat ze een bij ontleedt, want dan laat ze die gewoon vallen en komt enkele minuten later op een andere bij jagen.

Probeer dus goed de hoornaar in het oog te houden op het moment dat ze vertrekt. Die vliegrichting(en) worden dan op een kaart uitgetekend en zo worden de zoekgebieden bepaald.

Nevenstaand voorbeeld is van Oudenaarde in 2019 waarbij de rode en gele lijnen de vliegrichtingen zijn, vertrekkend bij een bijenstand. De kortere gekleurde lijnen symboliseren een plaats waar er hoornaars zijn waargenomen met de richting waarin ze vliegen.

September? Klimop !

Naast het bezoeken van een bijenstand, gaan de vrijwilligers vanaf september op zoek naar klimop. Deze najaarsbloeier trekt ook Aziatische hoornaars aan omdat ze daar nectar komen drinken.

De roze lijn met pijl is een plaats waar er veel klimop staat en waar de hoornaars energie komen opdoen. Na enkele dagen zoeken, werden verschillende zoekgebieden volledig afgelopen. Helaas werd het nest nog altijd niet gevonden.

Na 3 weken van intens, bijna dagelijks op zoek gaan, zag men op een winderige dag vanop de klimop enkele hoornaars een totaal andere richting uitvliegen. Ze volgden het water zoals aangegeven met de groene pijl. Het nest werd op die dag dan ook aangetroffen (gele cirkeltje). Dit nest bevond zich in een boomtop op 21m hoogte. De boom stond in een binnentuin van een beschermd gebouw en kon maar vanuit 1 bepaald punt op straat gezien worden.

Jullie snappen dus wel dat het een hele moeilijke taak is om een nest op te sporen. Vooral in de zomer wanneer de bomen nog volop bladeren dragen, is goed speurwerk nodig.

Vanaf 2020 wordt er ook in het voorjaar geprobeerd om koninginnen die net uit hun winterslaap gekomen zijn op te sporen.

Uit ervaring is gebleken dat de primaire nesten of embryonesten in 70% van de gevallen gemaakt worden op menselijke constructies, vb. carports, luifels, tuinhuizen, veranda’s … en slechts in 30% van de gevallen in struiken. Deze primaire nesten bevinden zich altijd onder de 10m hoogte, meestal zelfs onder de 3m.

Volg hier het succesverhaal van een imker uit Wortegem die bij zijn bijenkasten bezoek kreeg van Aziatische hoornaars.

09/09/2020

Nieuwe opsporingstechnieken

Sedert 2020 gebruiken de vrijwilligers van de Vespa-Watchers nieuwe opsporingstechnieken. Deze techniek is gebaseerd op wat zij de Jersey methode noemen. Op het eiland Jersey gebruiken ze sedert 2019 deze techniek die gebaseerd is op wiekpotten met lokstof. Dit zijn potten die in tegenstelling met wespenvallen de hoornaars in leven laten in plaats van ze te laten verdrinken. Het principe is dat vanop deze wiekpotten de vliegrichting van de hoornaars bekeken wordt (zoals ook gebeurt vanop klimop of sneeuwbes). Het verschil met klimop is dat er hier wel enige voorbereiding nodig is, met name het maken van de wiekpotten, en achteraf ook opvolging nodig is. In het ideale geval worden hoornaars ook gemerkt (vooral als de wiekpot door meerdere hoornaars bezocht wordt is dit nodig) omdat zo de vliegtijden berekend kunnen worden.

Hoe ga je praktisch te werk?

Stap 1: het maken en uithangen van wiekpotten.

Een wiekpot heeft volgende kenmerken: een pot met daarin een wiek die de vloeistof naar boven toe trekt. De stof die wij gebruiken is van het type swiffer poetsdoek die je na gebruik normaal wegwerpt. Best is deze doek eerst te koken omdat er soms wat zeep in verwerkt zit. Het deksel wordt doorboord (boorgat van ongeveer 4 mm is voldoende), of indien je werkt met een stuk tuinslang om de wiek vast te zetten, mag dit groter zijn. In dat geval de tuinslang afsluiten met kaarsvet. Belangrijk is dat het gat met de wiek goed afgesloten is zodat insecten niet naar binnen kunnen want dan zullen ze verdrinken. Als vloeistof kan je een aangekocht product gebruiken (van de geteste is  Trappit van Edialux de beste – enkel verkrijgbaar op hun site voor professionals met BTW-nummer of vzw’s), ofwel maak je zelf een mengsel bestaande uit 1/3de droge witte wijn, 1/3de bier en 1/3de suiker. De suiker dient om de insecten te lokken, de alcohol zorgt ervoor dat bijen niet aangetrokken worden en wespen zijn daar ook wel liefhebber van. Idealiter hangt een wiekpot net onder ooghoogte zodat je gemerkte hoornaars kan herkennen en liefst op een open plaats zodat je de hoornaar gemakkelijk kan zien wegvliegen.

Stap 2: het merken van de hoornaars.

Als een wiekpot op een goede plaats hangt, kan hij na enkele uren al bezocht worden door hoornaars. Om er zeker van te zijn dat je dezelfde hoornaar ziet, dien je deze te merken. Bij een pot die druk bezocht wordt, moet je dus verschillende merktekens gebruiken. Je kan gebruikmaken van Opalith merkplaatjes, of met een merkstift. Daarvoor moet je de hoornaar vangen en in een merkbuisje met stamper plaatsen. Een merkplaatje breng je aan op het borststuk met een beetje houtlijm of was. Na het merken laat je de hoornaar de volledige ruimte van het merkbuisje gedurende 1 minuut zodat de lijm of was kan opdrogen. Daarna laat je de hoornaar terug vrij. Meestal zal het daarna een tijd duren vooraleer de hoornaar terugkomt naar de wiekpot, soms vrijwel meteen. Als je een dag erna terug gaat, dan zal de hoornaar ook wel terug zijn.

Wiekpot
Merker 3

Stap 3: opmeten van tijden en vliegrichtingen.

Van elke gemerkte hoornaar noteer je nu de tijd dat ze aan de wiekpot vertrekt en daarna er terug is om een volgende lading suikers op te halen. Deze tijd is van belang. Een vrijwilliger van Jersey heeft uitgerekend dat 1 minuut overeenkomt met 100 meter. Blijft een hoornaar na het drinken dus 3,5 minuten weg, dan zit het nest ongeveer op 350 meter afstand. Een enkele tijdmeting volstaat echter niet. Herhaal de tijdmeting minstens 5 keer en neem er het gemiddelde van.

Twee type hoornaars die verschillen in de taak waarin zij gespecialiseerd zijn komen drinken van de wiekpot. Enerzijds de eiwitverzamelaars die sporadisch komen bijtanken en zeer uiteenlopende tijdmetingen geven. Anderzijds de suikerverzamelaars die voortdurend de afstand tussen het nest en de wiekpot afleggen en wél consistente tijden geven. Een hoornaar die tot het eerste type (eiwitverzamelaar) behoort komt minder vaak voor op de wiekpot, maar kunnen je metingen stevig in de war sturen. Het komt er op aan om de aandacht te vestigen op één of enkele betrouwbare hoornaars die suikers verzamelen voor het nest.

Wiekpotten en tijdmetingen werken niet altijd en overal. Té dicht bij het nest (100 m) zijn de hoornaars niet snel geneigd om de wiekpot te bezoeken. Té ver van het nest is het voor de suikerverzamelaars niet meer rendabel om zo ver te vliegen. De wiekpot werkt het best tussen 100 m en 500 m rond het nest.

Locatie

Stap 4: vliegrichtingen en tijden op kaart uitzetten.

Om goede metingen te hebben, moet je toch minstens 5 metingen per hoornaar hebben. Hoe meer metingen, hoe beter. Daarmee ga je aan de slag om je vliegrichtingen en tijdsaanduidingen op kaart uit te zetten. Als je maar 1 wiekpot gebruikt en is de tijd meer dan 5 minuten, dan kan je de wiekpot in de vliegrichting 100 meter verplaatsen. Na enige tijd zouden de hoornaars deze wiekpot moeten vinden en zou je tijden korter moeten zijn. Misschien merk je dat de vliegrichting licht afwijkt, want een hoornaar volgt niet altijd een rechte lijn naar haar nest maar maakt gebruik van landschapskenmerken. Idealer is meerder wiekpotten uitzetten. Dan kan je op een kaart cirkels trekken volgens het principe van 1 minuut = 100 meter, en aanduiding van de vliegrichting. In het voorbeeld van De Pinte waren er 2 nesten, aangeduid met een rode bol. Het voorbeeld uit Heule is met minder wiekpotten en volledige cirkels.

Wat met een bijenstand verscholen tussen muren of bomen?

Imkers wiens bijenkasten verscholen staan tussen gebouwen of beplanting kunnen vaak de hoornaar niet goed zien wegvliegen. Bovendien kan de hoornaar eerst een lukrake opening kiezen om daarna haar koers naar het nest te wijzigen. In deze gevallen kan je een wiekpot installeren op 10 à 20 meter van de bijenstand op een meer open plaats.

Is het nest te ver van de bijenstand dan is het mogelijk dat er geen hoornaars komen drinken van de wiekpot. Zie je op een wiekpot een weeklang geen hoornaars, overweeg dan om de wiekpot te verplaatsen. Het kan ook zijn dat de wiek zeer veel wespen of Europese hoornaars aantrekken. In dat geval kan het ook wenselijk zijn om de wiekpot enkele tientallen meters op te schuiven.

Meer weten ?

Wil je op de hoogte blijven van de stand van zaken? Wil je zien hoe de vrijwilligers nog meer oplossingen zoeken om te vermijden dat er secundaire nesten in boomtoppen gemaakt worden? Bekijk dan zeker de facebookpagina van de Vespa-Watchers. Daar komen, naargelang het jaargetijde, nog meer tips.

Facebook
Menu